Bewegen op muziek
Klaarzetten
• 1 muziekspeler en speaker
• 1 veld met 2 helften
Opdracht
Maak tweetallen en kies wie ‘de stoel’ is. Als de muziek aangaat, danst elk van het tweetal op zijn eigen helft. Als de muziek stopt, gaat ‘de stoel’ op de billen zitten, met de benen gestrekt naar voren. Het andere kind gaat zo snel mogelijk op schoot zitten.
Regels
• Wie als laatste zit, is af
• Wie af is, blijft meedansen en blijft stilstaan als muziek stopt
Ben je buiten?
Deel een pleintje op in twee delen met een lint of touw op de grond. Maak live-muziek met een gitaar of ander instrument!
Makkelijker maken
Moeilijker maken
Variaties
Gaan, lopen en rennen
Klaarzetten (per viertal)
• 2 pylonen
• 1 emmer
• 12 pittenzakjes, fiches of balletjes
Opdracht
Leg de materialen in estafettevorm één voor één zo snel mogelijk in de emmer.
Regels
• Maak afspraken over de loopvolgorde
• Start na het startsignaal
• Loop met één voorwerp per keer
• Elk kind loopt minimaal twee keer
Ben je buiten?
Gebruik een jas of bidon als startpunt. Laat de kinderen muntjes of knikkers in een bakje leggen.
Makkelijker maken
Moeilijker maken
Variaties
Doel en- trefvlakspelen
Klaarzetten (per tiental)
• 4 pylonen voor veld
• 2 matten
• op iedere mat staat een ontvanger
Opdracht
Maak teams van 4 tot 6 kinderen. Elk team zet één ontvanger op een mat. Gooi met je team minimaal 5 keer over en scoor daarna een punt als de ontvanger op de mat de bal vangt.
Regels
• Niet lopen met de bal
• Bij bal op de grond, bal naar tegenpartij
• Na vangst van de ontvanger, bal naar tegenpartij
Ben je buiten?
Zoek een veldje of pleintje waar je de ruimte hebt. Maak een veld met bidons of jassen en een vak met stoepkrijt of pylonen.
Makkelijker maken
Moeilijker maken
Variaties
Balanceren, vallen en glijden
Klaarzetten (per kind)
• 1 mat
Opdracht achterover
A. Ga liggen op je rug, kijk door je knieën en sla met gestrekte armen hard op de mat.
B. Maak je rug rond, sla je armen om je knieën, schommel naar voor en achter en sla met gestrekte armen op de mat.
C. Ga op je buik liggen, plaats je handen onder je hoofd, duw jezelf met beide armen omhoog en val weer terug.
D. Ga op je knieën zitten, plaats je handen op je knieën, duik naar voren en vang jezelf met je handen op.
Regels
• Als je iets niet durft, vraag om hulp
Ben je buiten?
Gebruik een zachte grasstrook of deken.
Makkelijker maken
Moeilijker maken
Variaties
Tikspelen
Klaarzetten (per zestal)
• 3 matten of 3 vakken van pylonen als ‘boompje’
• 1 zachte bal
Opdracht
De vier tikkers scoren punten door de lopers met de bal te tikken. De twee lopers scoren een punt door een ander ‘boompje’ te bereiken.
Regels
• Lopers zijn veilig bij contact met een ‘boompje’
• Lopers mogen niet tegelijk bij één ‘boompje’ staan
• Tikkers mogen niet afgooien met de bal
Ben je buiten?
Zoek naar een veldje of pleintje met drie echte bomen of leg drie jassen of hoepels neer.
Makkelijker maken (voor tikkers)
Moeilijker maken (voor tikkers)
Makkelijker maken (voor lopers)
Moeilijker maken (voor lopers)