Previous Next
17
Trapeze en rek
















Zwaaien en slingeren

Klaarzetten
• 1 kast of gymblok, 1 trapezestok en 1 dikke mat (A)
• 1 trapezestok en 1 lange mat (B)
• 1 trapezoïde of rekstok en 2 matten (C)

Opdracht
A. Hang aan de hoge trapezestok vanaf de kast, zwaai heen en weer en land op kast.
B. Zwaai heen en weer aan de lage trapezestok.
C. Zwaai aan rek of trapezoïde.

Regels
• Wissel na 5 keer van oefening
• Blijf uit het zwaaivlak
• Alleen zwaaien, niet duikelen

Ben je buiten?
Zwaai aan een schommel in de speeltuin (B). Of aan het duikelrek of hek met ronde buis (C).



pijltje



Makkelijker maken

Alleen hangen of lopen (B, C)

Trapezestok lager (B)


Moeilijker maken

Trapezestok hoger (B)

Blok of kast verder naar achter (A)


Variaties

Ballon of pittenzakje tussen de voeten (A, B)

Pylon omgooien met de voeten (C)